Een nacht alleen, alweer
Als ik om 3.45 thuis kom uit mijn werk, kom ik thuis in een leeg huis, nou ja leeg. Ik word enthousiast onthaalt door mijn lieve hondenvriendjes maar Mark is nergens te bekennen. Ik voel een vlaag van misselijkheid opkomen. Mijn verstand zegt me dat het niet klopt, mijn hart wil het niet horen. Dit gevoel is al vroeg in onze relatie begonnen. Ik weet niet of hij dingen doet die niet horen, dat zeg ik ook niet. Maar mijn hoofd denkt het wel. Ik kan alleen mijn vinger er niet helemaal opleggen.
Kom je nog thuis?
Ik besluit hem een berichtje te sturen met alleen de vraag of hij nog thuis komt vannacht. Ik krijg terug dat hij moest overwerken en daardoor de laatste trein gemist heeft. Hij wilde me niet storen tijdens mijn werk omdat ik dan toch niet op mijn telefoon kijk maar slaapt vanavond bij Niels. Niels is een collega die na het stappen in Amsterdam ook al een paar keer bij ons heeft geslapen. Ik besluit het te laten voor wat het is laat de hondjes uit en duik zelf ook mijn bed in.
Geen bericht van Mark
De volgende ochtend hoor ik niks van Mark, ik vind het vreemd dat hij geen berichtje stuurt of even belt. Maar ik moet de laatste verhuisdozen inpakken dus veel tijd om erover na te denken heb ik eigenlijk niet. Dan krijg ik een app van Bart. Gelukkig! Een klein beetje afleiding. Ik vind het fijn om met hem te praten. Ik zie hem als een echte vriend. Je kent dat gevoel vast wel, het voelt een beetje als thuis komen na een vakantie. Ik hoef me bij hem niet te schamen. Me beter voor te doen of anders. Ik ben ik en hij is hij. Mark komt rond etenstijd eindelijk thuis. Aan zijn houding en zijn ogen kan ik zien dat hij op oorlogspad is. Hij ziet er verwilderd uit. En blijkbaar heeft hij mij ook in de gaten gehouden want hij vraagt waarom ik zoveel op mijn telefoon heb gezeten de hele dag. Een beetje verbouwereerd vertel ik over Bart. Dat hij toevallig gister bij mij in de kroeg binnen kwam en we zo gezellig hadden gepraat. En dat ik met hem vandaag wat heb zitten appen. Het vuur spuwt nog net niet uit zijn oogkassen. Mark is altijd zo ontzettend jaloers. Ik snap dat nooit, ten eerste heb ik geen behoefte aan een ander. Ten tweede ben ik veel te eerlijk en daarnaast met de hoeveelheid die ik werk?! Waar zou ik de tijd vandaan moeten halen. In mijn achterhoofd weet ik wel dat hij zich zo gedraagd om de aandacht van zichzelf af te leiden.
Reactie plaatsen
Reacties